Lammers | Thijssen Advocaten Arbeidsrecht

‘Slapende dienstverbanden’ na 104 weken arbeidsongeschiktheid: de Hoge Raad gaat duidelijkheid brengen!

Na 104 weken van arbeidsongeschiktheid eindigt in principe (behoudens een door het UWV opgelegde loonsanctie) de loondoorbetalingsverplichting – en daarmee de re-integratieverplichtingen – van de werkgever. Op dat moment vervalt ook het opzegverbod wegens ziekte en kan een werkgever het dienstverband beëindigen door middel van opzegging via het UWV Werkbedrijf of met wederzijds goedvinden via een vaststellingsovereenkomst. De werknemer heeft dan wel aanspraak op uitbetaling van de wettelijke transitievergoeding of zal deze vergoeding (bij een einde met wederzijds goedvinden) ‘claimen’.

Inmiddels is bekend geworden dat een werkgever een daadwerkelijk betaalde transitievergoeding in geval van beëindiging van de arbeidsovereenkomst op grond van langdurige arbeidsongeschiktheid geheel of gedeeltelijk vanaf 1 april 2020 gecompenseerd kan krijgen via het UWV. In onze eerdere nieuwsbrief hebben wij u hierover uitvoerig geïnformeerd, verwezen wordt naar het artikel.

Om geen transitievergoeding te hoeven uitbetalen c.q. voorfinancieren houden werkgevers het dienstverband van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer in sommige gevallen nog altijd ‘slapend’, ofwel: zij gaan niet over tot beëindiging hiervan. Dit betekent dat de werknemer feitelijk niet meer binnen de organisatie werkzaam is, er geen loon meer wordt uitgekeerd, maar nog wel op de loonlijst vermeld staat omdat het dienstverband formeel nog bestaat.

Nadelen van het slapend houden van het dienstverband zijn: (a) de werknemer zou in de toekomst mogelijk tewerkstelling kunnen claimen in geval de situatie verbetert, (b) strikt genomen lopen de re-integratieverplichtingen in spoor I door (spoor II niet), (c) verzekeringen lopen mogelijk door aangezien de arbeidsovereenkomst formeel niet tot een einde komt, (c) mocht er in de toekomst alsnog een exit wens bestaan, dan is het de vraag of er alsdan een ontslaggrond bestaat en als de ontslaggrond dan nog langdurige arbeidsongeschiktheid is, dan zal de transitievergoeding niet gecompenseerd worden over dat deel waarop het dienstverband slapend is gehouden, (d) als de werknemer na einde wachttijd WIA vakantiedagen opneemt, bestaat er over deze dagen recht op 100% loon.

Wij zien steeds meer wisselende uitspraken over langdurige arbeidsongeschiktheid en het slapend houden ervan.

De meest recente uitspraak is die van de rechtbank Overijssel van 11 april 2019. Daarin oordeelde de rechter dat het slapend houden van het dienstverband van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer niet getuigt van slecht werkgeverschap.

“Het behoort tot de keuzevrijheid/beleidsvrijheid van een werkgever om een arbeidsovereenkomst met een werknemer die meer dan twee jaar arbeidsongeschikt is door opzegging te beëindigen. Er bestaat daartoe ook geen wettelijke verplichting. De invoering van de Wet compensatie transitievergoeding maakt dat niet anders. Die wet legt evenmin een verplichting op de werkgever om een slapend dienstverband te beëindigen. Een werkgever moet zeer aanzienlijke bedragen aan uitgekeerde transitievergoedingen voorfinancieren zonder dat vaststaat wat de termijn is waarbinnen hij daarvoor geheel of gedeeltelijk via het UWV wordt gecompenseerd. Tegen die achtergrond kan thans niet gezegd worden dat werkgever geen rechtens te respecteren belang heeft om vóór inwerkingtreding van de Wet compensatie transitievergoeding slapende dienstverbanden als de onderhavige niet te willen beëindigen”.