Lammers | Thijssen Advocaten Arbeidsrecht

Niet volledig aan aanzegplicht voldaan, maar geen aanzegvergoeding verschuldigd!

Op 15 november 2017 heeft de rechtbank Noord- Holland geoordeeld dat een aanzegvergoeding niet aan de werknemer verschuldigd was omdat dit naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.

Werknemer in kwestie was werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (voor de duur van een jaar) tot en met 3 april 2017. Op uiterlijk 2 maart 2017 zou werkgever op grond van de huidige wettelijke aanzegplicht schriftelijk aan werknemer hebben moeten laten weten of de arbeidsovereenkomst verlengd zou worden en zo ja, onder welke voorwaarden.

Op 22 februari 2017 had de leidinggevende aan de werknemer laten weten dat de arbeidsovereenkomst niet zou worden voortgezet. In een WhatsApp gesprek hebben werknemer en leidinggevende afspraken gemaakt over het opnemen van openstaande verlofuren. Nadien is ook nog tussen partijen gecorrespondeerd over een eindejaarsuitkering die bij uitdiensttreding betaald zou worden. Op 29 maart 2017 heeft werknemer aan werkgever laten weten dat de aanzegverplichting is geschonden en dat werknemer aanspraak maakt op een aanzegvergoeding.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de wetgever de eis van de schriftelijke aanzegging heeft gesteld ter bescherming van de werknemer. De werknemer moet bij het niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst tijdig de mogelijkheid hebben om het verlies van zijn inkomen op te vangen. Het doel van de wettelijke bepaling is dus tijdig duidelijkheid aan de werknemer verschaffen.

In dit geval stond volgens de rechter tussen partijen vast dat de leidinggevende van de werknemer op 22 februari 2017 mondeling heeft meegedeeld dat de arbeidsovereenkomst niet verlengd zou worden. Uit de WhatsAppberichten blijkt dat partijen op 24 februari 2017 over de afwikkeling van het dienstverband hebben gecorrespondeerd. In deze omstandigheden moet het voor de werknemer reeds eind februari 2017, althans uiterlijk op 2 maart 2017, duidelijk zijn geworden dat de arbeidsovereenkomst na afloop van de bepaalde tijd niet door de werkgever zou worden verlengd. In deze omstandigheden, waarbij voor de werknemer geen onduidelijkheid heeft bestaan over het niet voortzetten van de tijdelijke arbeidsovereenkomst en de werknemer tijdig de mogelijkheid heeft gehad om maatregelen te treffen om het verlies van inkomen op te vangen, acht de kantonrechter het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat de werknemer aanspraak maakt op een door de werkgever te betalen naar rato berekende vergoeding wegens het niet tijdig voldoen aan de aanzegverplichting.

Hoewel de rechter in onderhavige uitspraak heeft onderzocht of het de werknemer duidelijk (genoeg) was dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet zou worden verlengd, zijn er ook uitspraken waarin de wettelijke schriftelijke aanzegplicht strikt wordt toegepast.

De advocaten van Lammers| Thijssen Advocaten Arbeidsrecht adviseren werkgevers dan ook de aanzegverplichting reeds bij het aangaan van het dienstverband in de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd op te nemen om onnodige discussie hierover te voorkomen.