Lammers | Thijssen Advocaten Arbeidsrecht

Is de letterlijke tekst van een ontslag op staande voetbrief doorslaggevend?

Een vestigingsmanager, werkzaam bij een Autocentrum, had tot twee keer toe ten behoeve van de auto van zijn echtgenote met de zakelijke tankpas van zijn werkgever getankt. Na deze ontdekking is de vestigingsmanager door zijn werkgever aangesproken en is hij beschuldigd van diefstal met een ontslag op staande voet als gevolg. In de ontslag op staande voet brief is de gedraging van de vestigingsmanager gekwalificeerd als “diefstal van bedrijfseigendommen”.

Bij de Hoge Raad was de vraag aan de orde of het tankgedrag een dringende reden zou moeten opleveren voor ontslag op staande voet. De vestigingsmanager stelde zich namelijk op het standpunt dat zijn werkgever niet voldoende had bewezen dat aan alle (delicts)bestanddelen van artikel 310 Wetboek van Strafrecht (diefstal) was voldaan. Volgens de vestigingsmanager had dit wel gemoeten, aangezien de werkgever zelf voor de term “diefstal” in de ontslag op staande voet brief had gekozen en hiermee een strafrechtelijke term heeft gebruikt.

Diefstal is een strafrechtelijk delict, hetgeen in de wet als volgt is omschreven: “Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegneemt, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen”.

Hoe moet het begrip “diefstal” in de ontslag op staande voet brief worden uitgelegd?

Volgens de Hoge Raad is het vereist dat de dringende reden onverwijld (lees: zo snel mogelijk nadat degene die bevoegd is tot ontslag over te gaan in kennis is gesteld van de gedraging) aan de werknemer wordt medegedeeld zodat het voor de werknemer duidelijk is op grond waarvan de arbeidsovereenkomst is beëindigd.

Bij uitzondering kan de mededeling achterwege blijven als de werknemer wist of redelijkerwijs moest weten welke dringende reden tot opzegging heeft geleid.

Kortom: de letterlijke tekst van de ontslagbrief is niet steeds doorslaggevend. Het gaat erom of het de werknemer voldoende duidelijk is welke dringende reden tot opzegging heeft geleid. Volgens de Hoge Raad was het de vestigingsmanager voldoende duidelijk dat de term diefstal betrekking had op het zonder toestemming voor privédoeleinden gebruik maken van de tankpas. Alle strafrechtelijke bestanddelen hoefden volgens de Hoge Raad door de werkgever dan ook niet bewezen te worden.

Om te voorkomen dat een werknemer kan stellen niet (voldoende) bekend te zijn met de dringende reden en/of om niet onnodig (extra) bewijslast binnen te halen, adviseren wij om de ontslag op staande voet brief zo feitelijk mogelijk te omschrijven en strafrechtelijke kwalificaties te voorkomen.