Zorg-, informatie- en waarschuwingsplicht voor werkgevers bij het wijzigen van een pensioenregeling
In een zaak waarover het Gerechtshof Den Haag op 9 februari 2016 heeft geoordeeld, betrof het een drietal assistent- accountants die als pensioenvoorziening een gematigde eindloonregeling kenden. De hoogte van het ouderdomspensioen was derhalve gebaseerd op het tussen het 55e en 65e levensjaar gemiddeld verdiende salaris.
De werkgever had de gematigde eindloonregeling een aantal jaren geleden omgezet in een beschikbare premieregeling. Na informatieverstrekking door werkgever hadden de werknemers destijds ingestemd met de wijziging naar een beschikbare premieregeling. Daarbij hadden zij tevens ingestemd met waardeoverdracht van hun onder de eindloonregeling opgebouwde pensioenkapitaal naar de beschikbare premieregeling.
De werknemers vorderen vervolgens een vergoeding van de pensioenschade (bij 65 jaar 20 % tot 47% lager dan bij de eindloonregeling het geval zou zijn geweest) als gevolg van de overstap van de eindloonregeling naar de beschikbare premieregeling. De grondslag voor de vorderingen is schending van de zorg-, informatie- en waarschuwingsplicht door werkgever.
Het Gerechtshof oordeelt dat de norm van goed werkgeverschap meebrengt dat de werkgever zorgvuldig moet omgaan met de belangen van de werknemer bij ingrijpende veranderingen in diens arbeidsvoorwaarden, zoals een wijziging van diens pensioenregeling. Meer concreet dient de werkgever voldoende informatie te verstrekken aan de werknemer en al datgene te doen wat redelijkerwijs van de werkgever kan worden gevergd om te voorkomen dat de werknemer onder invloed van een onjuiste voorstelling van zaken instemt met een wijziging van zijn/ haar pensioenregeling. Verder dient de werkgever onder omstandigheden de werknemer te waarschuwen voor risico’s die aan de wijziging zijn verbonden. Hoever deze zorgplicht van de werkgever in een concreet geval strekt, hangt af van de omstandigheden van het geval.
In deze zaak oordeelde het Gerechtshof dat de wijziging weliswaar ingrijpend is, maar dat de werknemers (mede) vanuit hun functie wel affiniteit (moeten) hebben met pensioen en de gevolgen van de wijzigingen moeten hebben kunnen overzien. Werkgever hoefde in dit geval niet expliciet te waarschuwen voor de mogelijkheid van een tegenvallend rendement. Gelet op de functie, kennis en ervaring van werknemers mocht de werkgever ervan uitgaan dat deze informatie bij hen bekend was althans dat zij die informatie zouden kunnen achterhalen. In dit geval ging het om medewerkers van een accountants- en belastingadvieskantoor die vanuit hun functie met pensioen te maken hadden gehad.
Uit het arrest volgt dat een werkgever in zijn informatievoorziening rekening mag houden met de deskundigheid van de werknemers. Desalniettemin adviseren wij werkgevers om ook mogelijke verliesscenario’s aan de werknemers uiteen te zetten in voorbeeldberekeningen.