Lammers | Thijssen Advocaten Arbeidsrecht

Werkgever dient zieke werknemer te informeren bij het sluiten van een beëindigingsovereenkomst

Een arbeidsongeschikte werkneemster van een thuiszorgorganisatie ontving van haar werkgever in het kader van een reorganisatie een beëindigingsvoorstel om de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen. In de begeleidende brief van de werkgever was opgenomen dat werkneemster aanspraak zou kunnen maken op een WW- uitkering.

Als werkneemster bereid was mee te werken aan een beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden, ontving werkneemster een extra vergoeding van € 300,- bruto en de mogelijkheid om 50% van het wachtgeld ineens uitbetaald te krijgen.

In de beëindigingsovereenkomst was kort gezegd opgenomen dat werkgever niet kan garanderen dat aan werkneemster ook daadwerkelijk een uitkering op grond van de Sociale Verzekeringswetten wordt toegekend.

Werkneemster ontvangt vervolgens geen Ziektewet- uitkering van de uitkerende instantie en vernietigt de beëindigingsovereenkomst buitengerechtelijk wegens een beroep op dwaling. Zij stelt dat indien zij had geweten dat zij mogelijk niet voor een Ziektewet- uitkering in aanmerking zou komen, zij het aanbod van de werkgever niet had aanvaard.

Werkgever heeft gesteld dat voorafgaand aan de ontslagronde een informatiebijeenkomst heeft plaatsgevonden. Tijdens deze bijeenkomst is aan zieke werknemers geadviseerd niet in te stemmen met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst omdat dat zou kunnen leiden tot weigering van een eventuele Ziektewet- uitkering. Deze mededeling is niet schriftelijk bevestigd. Werkneemster in kwestie had deze bijeenkomst vanwege haar ziekte niet bijgewoond.

De rechtbank Overijssel heeft op 23 december 2015 overwogen dat uit de eisen van goed werkgeverschap volgt dat de werkgever werkneemster behoorlijk en volledig had moeten informeren over de mogelijke consequenties van een beëindiging met wederzijds goedvinden voor het recht op een Ziektewet- uitkering voorafgaand aan de ondertekening van de beëindigingsovereenkomst. Dit betekent dat aan werkneemster een beroep op dwaling toekomt en de beëindigingsovereenkomst buitengerechtelijk door de werkneemster is vernietigd.

Werkneemster moest hetgeen ze uit hoofde van de beëindigingsovereenkomst van werkgever had ontvangen, terug betalen. De arbeidsovereenkomst duurde voort en werkneemster maakte aanspraak op doorbetaling van haar salaris conform de regels voor het tweede ziektejaar.