“Onvoldragen” ontslaggronden leiden tot afwijzing van een ontbindingsverzoek

Anders dan bij het ontslagrecht zoals dat gold vóór 1 juli 2015 kunnen verschillende ontslagredenen die elk op zich onvoldoende zijn voor ontslag, niet bij elkaar worden “opgeteld” om een ontslag te kunnen dragen.

In de zaak waarover de kantonrechter Den Haag heeft geoordeeld op 4 september 2015 ging het om het navolgende.

Een boventallig verklaarde werknemer van FNV werd benoemd in een andere functie, waarbij afgesproken werd dat tewerkstelling in de andere functie zou komen te eindigen als wederzijdse verwachtingen niet uit zouden komen.

Op 1 juni 2015 liet werknemer aan FNV weten haar functie uiterlijk op 1 januari 2016 te zullen neerleggen. Zij gaf aan onvoldoende steun te hebben ervaren en zich niet serieus genomen te voelen.

FNV stelt zich op het standpunt dat sprake is van een onherstelbare vertrouwensbreuk en wendt zich in juli 2015 tot de kantonrechter met het verzoek de arbeidsovereenkomst van werknemer te ontbinden. Primair wordt een verstoorde arbeidsrelatie krachtens artikel 7:669 lid 3 sub g BW aangevoerd. Subsidiair stelt FNV zich op het standpunt dat sprake is van ongeschiktheid van de werknemer tot het verrichten van de bedongen arbeid, anders dan ten gevolge van ziekte of gebreken als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 sub d BW.

De kantonrechter oordeelt dat FNV hetzelfde feitencomplex ter onderbouwing van beide ontslaggronden heeft aangevoerd waardoor er geen duidelijk onderscheid tussen de verschillende ontslaggronden is gemaakt. Beoordeeld moet worden of de door FNV aangedragen gronden op zichzelf voldoende zijn om over te gaan tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

Voor het aannemen van een verstoring in de arbeidsverhouding dient volgens de kantonrechter sprake te zijn van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding, die van dien aard is dat van de werkgever in redelijkheid niet langer te vergen is dat hij het dienstverband continueert. De werkgever moet zich daarenboven voldoende hebben ingespannen de arbeidsverhouding te herstellen. Hiervan was volgens de kantonrechter in dit geval geen sprake.

Evenmin is komen vast te staan dat werknemer niet voldoet aan de eisen die aan haar functie worden gesteld. Van FNV had verwacht mogen worden dat zij aan werknemer concreet kenbaar had gemaakt op welke punten zij kritiek heeft, dat zij één en ander schriftelijk vastlegt, een termijn stelt waarbinnen de verbetering moet zijn gerealiseerd en dat duidelijk wordt gemaakt dat bij uitblijven van verbetering een beëindiging van de arbeidsovereenkomst zal volgen.

Op grond van het voorgaande is het ontbindingsverzoek van FNV afgewezen.

Wij zien in de praktijk steeds vaker dat ontbindingsverzoeken worden afgewezen. Om in een procedure goed beslagen ten ijs te komen, maar ook om in het minnelijk traject een goede onderhandelingspositie te creëren, is dossieropbouw sinds 1 juli 2015 cruciaal. De advocaten van Lammers|Thijssen Advocaten Arbeidsrecht begeleiden werkgevers bij het opbouwen van een ontslagdossier. Voor werknemers hebben we eveneens alle expertise in huis om de juiste strategische stappen te kunnen zetten.