Te laat terug van vakantie? Geldig ontslag op staande voet
Wat was er aan de hand?
Een werknemer met de Poolse nationaliteit is op 1 mei 2008 in dienst getreden bij Interboat en wil voor vier weken op vakantie naar Polen.
Interboat heeft in oktober 2022 haar medewerkers meegedeeld dat de collectieve vakantiesluiting in 2023 zal plaatsvinden in de weken 32 en 33 en dat werknemers de vakantie met één week kunnen verlengen. Werknemer heeft in mei 2023 vakantie aangevraagd voor de weken 30 tot en met 33 van dat jaar. Dit verzoek is vanwege grote drukte in die periode niet ingewilligd door Interboat, dit is aan werknemer toegelicht met behulp van een tolk. Interboat bevestigt dit ook nog op schrift en laat werknemer weten dat als hij toch vier weken wegblijft dat ernstige gevolgen hebben. Er vindt opnieuw een gesprek plaats en daarin spreken werkgever en werknemer af dat werknemer in de weken 30, 31 en 32 vakantie heeft en vanaf week 33 weer komt werken.
Op de heenreis naar Polen krijgt werknemer een auto-ongeluk, dit wordt via een collega gemeld bij Interboat. Werknemer zou op 14 augustus 2023 in week 33 weer moeten komen werken, maar is niet verschenen. Interboat heeft werknemer aangeschreven en geeft hem een laatste kans om de volgende dag wel op het werk te verschijnen, waarbij Interboat met ontslag op staande voet dreigt als werknemer hieraan geen gevolg gaf. Werknemer heeft zijn auto op woensdag 16 augustus 2023 bij de garage opgehaald. Op vrijdag 18 augustus 2023 is werknemer in Nederland teruggekeerd en zich bij de werkgever gemeld. Op die dag heeft Interboat hem op staande voet ontslagen. Werknemer is het er niet mee eens.
Oordeel kantonrechter
In de procedures staat centraal of werknemer ongeoorloofd afwezig is geweest. Het in weerwil van de gemaakte afspraken niet op het werk verschijnen kan een dringende reden voor de werkgever opleveren om ontslag op staande voet te verlenen. Het komt daarbij aan op het antwoord op de vraag of alle omstandigheden van het voorliggende geval het ontslag op staande voet ook rechtvaardigen.
De kantonrechter oordeelt dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is gegeven, maar het Hof Arnhem-Leeuwarden denkt daar anders over.
Interboat heeft tijdig aangegeven dat werknemers in de zomerperiode conform de cao maximaal drie weken vakantie konden opnemen. Uiteindelijk is Interboat werknemer tegemoet gekomen doordat hij een week eerder (in week 30) met vakantie mocht. Daarbij heeft Interboat duidelijk aangegeven dat hij in week 33 terug moest zijn. Er was veel werk voor hem te doen wat klaar moest zijn als zijn collega’s van de afdeling afbouw in week 34 weer aan de slag gingen.
Verder was aan de werknemer voordat hij op vakantie ging duidelijk te verstaan gegeven dat hij op 14 augustus 2023 weer aan het werk moest en dat als hij langer wegbleef dit consequenties zou hebben. Een ontslag op staande voet behoort in dat geval tot de mogelijkheden, ook al werd die sanctie in de brief van 20 juli 2023 niet expliciet genoemd.
Het auto-ongeluk leverde volgens het Hof geen overmacht op om tijdig op maandag 14 augustus 2023 terug te zijn. Vaststaat dat het lichte letsel dat werknemer daarbij had opgelopen op zich niet aan terugkeer en hervatting van het werk in de weg stond. Het probleem was het vervoer van de auto terug naar Nederland. Deze was pas op 16 augustus 2023 beschikbaar, maar dat wist werknemer al vanaf 24 juli 2023. Het hof vond daarom dat de werknemer alternatieven had moeten onderzoeken om tijdig terug te keren naar Nederland. Interboat heeft bovendien gewezen op alternatieven in de vorm van (goede) busverbindingen, maar de werknemer heeft er de voorkeur aan gegeven om met zijn eigen auto terug te gaan en over zijn vervoerproblemen geen contact opgenomen met Interboat.
Het hof oordeelt dan ook dat Interboat op 18 augustus 2023 tot ontslag op staande voet mocht overgaan.
Voor werkgevers van belang
Maak duidelijke schriftelijke afspraken met een werknemer over een aanstaande vakantie en maak ook duidelijk wat de gevolgen kunnen zijn als niet conform de geplande vakantie wordt gehandeld. In deze zaak wist de werknemer de gevolgen van het niet tijdig terugkeren en kon dus ook van de werknemer worden verwacht dat hij er alles aan deed om op tijd terug te keren uit Polen.