Lammers | Thijssen Advocaten Arbeidsrecht

Bingo tijdens ziekte; terecht ontslag op staande voet

De rechtbank Noord- Nederland heeft op 23 juni 2021 geoordeeld dat werkgever terecht ontslag op staande voet had verleend jegens een werknemer die tijdens haar arbeidsongeschiktheid commerciële bingo’s organiseerde.

Werkneemster, sinds 19 mei 2019 voor onbepaalde tijd in dienst, viel op 11 januari 2021 wegens knieklachten ziek uit. Op 21 januari 2021 heeft de bedrijfsarts telefonisch met de werkneemster gesproken en geadviseerd om vanaf 1 februari 2021 geleidelijk te hervatten voor 2 à 3 uur per keer.

Werkneemster heeft aangegeven dat zij niet in staat is om de werkzaamheden te hervatten. Zij is ook daadwerkelijk niet op het werk verschenen op 1 februari 2021. Werkneemster geeft aan niets te kunnen doen, mede vanwege haar medicijngebruik.

Vervolgens is de werkgever er via de werk pc van werkneemster achter gekomen dat werkneemster op 13 februari 2021 een Facebookpagina had opgericht gericht op de verkoop van schoonheidsproducten en op 22 februari 2021 een Facebookpagina waarbij via een digitale bingo deze schoonheidsproducten werden verloot. Werkgever heeft hier ook filmpjes van. De indruk die werkneemster maakt op de filmpjes komt niet overeen met het beeld dat werkneemster van zichzelf heeft geschetst tegenover de werkgever en tegenover de bedrijfsarts.

Werkgever heeft de werknemers vervolgens uitgenodigd voor een hoor en wederhoor gesprek.

Werkneemster heeft deze uitnodiging afgehouden, onder meer vanwege haar medicijngebruik. Werkgever heeft werkneemster vervolgens op staande voet ontslagen.

Werkneemster is het niet eens met het ontslag en vecht dit binnen twee maanden aan, waarbij ze primair verzoekt om het ontslag te vernietigen. Subsidiair verzoekt werkneemster om een vergoeding wegens onregelmatige opzegging, om de transitievergoeding en om een billijke vergoeding.

Volgens de kantonrechter maakt de werkneemster op de filmpjes een geconcentreerde indruk, waarbij ze met focus, snelheid en accuraatheid handelt. Het lijkt er volgens de rechter dan ook op dat de werkneemster veel meer kon dan zij tegenover de werkgever en de bedrijfsarts heeft verklaard. Volgens de rechter heeft de werkgever voldoende aannemelijk gemaakt dat de werkneemster tegenover haar werkgever een minder rooskleurig beeld heeft geschetst met betrekking tot haar belastbaarheid. Dit levert in objectieve en subjectieve zin een dringende reden op voor een ontslag op staande voet, zeker als bedacht wordt dat werkneemster als gevolg van de coronacrisis nagenoeg alleen telefonisch heeft gesproken met de bedrijfsarts en met de werkgever. Dit legt volgens de rechter een extra verplichting op werkneemster om haar gezondheidstoestand zo volledig en waarheidsgetrouw mogelijk naar voren te brengen. Dit vertrouwen is ernstig beschaamd.

Het ontslag op staande voet bleef overeind en de door de werkneemster gevorderde vergoedingen werden (terecht) niet toegekend.

Overweegt u ook een ontslag op staande voet? Vanwege de strenge eisen aan een dergelijk ontslag en omdat de financiële risico’s groot kunnen zijn voor een werkgever adviseren wij u om op voorhand contact op te nemen met een juridisch adviseur. De advocaten van Lammers|Thijssen Advocaten Arbeidsrecht zijn u hierbij graag van dienst.