Lammers | Thijssen Advocaten Arbeidsrecht

Studiekostenbeding en nevenwerkzaamhedenbeding: mag dat straks nog?

Uiterlijk 1 augustus 2022 moet Nederland de Europese richtlijn ‘transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden’ hebben geïmplementeerd. De richtlijn voorziet in een verbeterde informatieplicht vanuit de werkgever en nieuwe minimumrechten voor de werknemer. Twee  belangrijke gevolgen van de richtlijn is een aanpassing van de huidige scholingsplicht en de beperking van de mogelijkheden om een nevenwerkzaamhedenbeding op te nemen.

Het Nederlandse wetsvoorstel ‘Wet implementatie EU-richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden’ is nog niet gepubliceerd, maar de Raad voor de rechtspraak heeft inmiddels wel geadviseerd over de implementatie van de Europese richtlijn in het Nederlandse recht.

Studiekostenbeding

Met de invoering van de Wet Werk en Zekerheid in 2015 geldt er voor werkgevers een scholingsplicht. Deze plicht laat het overeenkomen van een studiekostenbeding echter onverlet. In een studiekostenbeding worden afspraken gemaakt over het terugbetalen van (een deel van de) studiekosten als een werknemer vrij snel na het afronden van de studie uit dienst treedt.

In de Europese richtlijn is opgenomen dat als de werkgever verplicht is (op grond van de wet of een CAO) de werknemer een opleiding te verstrekken ten behoeve van zijn/haar functie, de opleiding:

Het gevolg hiervan is dat een studiekostenbeding voor verplichte opleidingen waarschijnlijk niet meer mogelijk zal zijn. Echter, heeftde regering in 2018 het standpunt ingenomen dat ook bij de scholingsplicht uit deze richtlijn, een studiekostenbeding met terugbetalingsverplichting mogelijk moet blijven. Het is nog niet bekend of de regering dit standpunt zal handhaven. Dit zal moeten blijken uit de tekst van het wetsvoorstel.

Nevenwerkzaamhedenbeding

Uit het advies van de Raad voor de rechtspraak op het wetsvoorstel blijkt dat wordt voorgesteld om een bepaling in de wet op te nemen (artikel 7:653a BW) over het verrichten van nevenwerkzaamheden. Uitgangspunt is dat een verbod op nevenwerkzaamheden niet is toegestaan tijdens het dienstverband, maar de werkgever nevenwerkzaamheden slechts in uitzonderingssituaties mag verbieden.

Volgens de Raad voor de rechtspraak zou het goed zijn als de werkgever in de arbeidsovereenkomst de reden van het verbod op het verrichten van nevenwerkzaamheden moet vermelden, op straffe van nietigheid van het verbod.

We houden u van deze ontwikkelingen op de hoogte. Op dit moment adviseren wij om een nevenwerkzaamhedenbeding in de arbeidsovereenkomst op te nemen, waarbij relevant kan zijn dat toestemming niet op onredelijke gronden wordt onthouden. Zo mogen de nevenwerkzaamheden het functioneren van de werknemer niet beïnvloeden en mogen de werkzaamheden niet concurrerend aan die van werkgever zijn.