Lammers | Thijssen Advocaten Arbeidsrecht

Wab-tip: leg uw arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd (alsnog) schriftelijk vast!

Het komt nog wel eens voor, met name bij de zeer lange dienstverbanden, dat er geen schriftelijke arbeidsovereenkomst (meer) is. Deze is ofwel nooit opgesteld of zoekgeraakt en er ligt dus niets schriftelijk vast. Dit maakt echter wel uit voor de hoogte van de vanaf 1 januari 2020 verschuldigde WW-premie. Als er geen schriftelijke vastlegging van de arbeidsovereenkomst is, moet de hoge WW-premie betaald worden, terwijl hier waarschijnlijk wel de lage WW-premie kan gelden.

Wanneer lage WW-premie verschuldigd?

De werkgever betaalt vanaf 1 januari 2020 de lage WW-premie voor werknemers die werkzaam zijn op basis van een ‘vast’ contract. Er moet dan sprake van een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die geen oproepovereenkomst is.

Als er geen schriftelijke arbeidsovereenkomst is gesloten, dan wordt dus niet voldaan aan de voorwaarden voor de lage WW-premie, zodat de werkgever de hoge WW-premie verschuldigd is.

De Wab verplicht de werkgever ook om op de loonstrook te vermelden of er sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, of er wel of geen sprake is van een oproepovereenkomst en of de arbeidsovereenkomst schriftelijk is overeengekomen.

Wat moet er precies schriftelijk worden vastgelegd?

Wij adviseren het volgende schriftelijk vast te leggen en met de werknemer af te spreken:

Uitzonderingen hoge WW-premie

In de volgende gevallen is overigens altijd de lage WW-premie verschuldigd:

  1. Er is sprake van een arbeidsovereenkomst/ praktijkovereenkomst met een BBL-leerling, voorzien van dagtekening en deze is opgenomen in het personeelsdossier.
  2. Er is sprake van een arbeidsovereenkomst met een werknemer jonger dan 21 jaar die maximaal 48 uur per aangiftetijdvak van vier weken of 52 uur per aangiftetijdvak van een kalendermaand verloond heeft gekregen. (Voor de toets aan de leeftijd van 21 jaar is de leeftijd van belang die de werknemer had op de eerste dag van het betreffende aangiftetijdvak van vier weken of een maand).
  3. De werkgever betaalt over uitkeringen op grond van de werknemersverzekeringen (WW, ZW, WIA, WAO, WAZO) de lage WW-premie. Dit is zowel het geval indien UWV de uitkering rechtstreeks aan de werknemer betaalt als wanneer de werkgever de uitkering van UWV ontvangt en aan de werknemer doorbetaalt (de werkgeversbetaling) of als de werkgever eigenrisicodrager is en de uitkering zelf betaalt.

Tip: het is dus belangrijk om nog in 2019 eventuele arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd, niet zijnde oproepovereenkomsten, alsnog schriftelijk vast te leggen, zodat de juiste WW-premie verschuldigd is. Het kan de voorkeur hebben om alsnog een arbeidsovereenkomst overeen te komen met werknemer, maar die moet daar dan wel mee instemmen.