Lammers | Thijssen Advocaten Arbeidsrecht

Breaking news: werkgever moet meewerken aan beëindiging slapend dienstverband!

Op 8 november 2019 heeft de Hoge Raad antwoord gegeven op de vraag over de toelaatbaarheid van slapende dienstverbanden. Een slapend dienstverband is een dienstverband waarbij een langdurig arbeidsongeschikte werknemer (104 weken) thuis zit en geen loon meer krijgt, maar door de werkgever toch in dienst wordt gehouden met als gevolg dat daardoor de wettelijke transitievergoeding niet hoeft te worden betaald.

In september 2019 ontving de Hoge Raad een advies van de advocaat-generaal over het slapend dienstverband. Dit advies hield kort gezegd in dat een werkgever in beginsel verplicht is om op verzoek van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer, een ‘slapend dienstverband’ te beëindigen onder betaling van de wettelijke transitievergoeding. Slechts in uitzonderlijke gevallen zou de werkgever een arbeidsovereenkomst slapend mogen houden als hiervoor gerechtvaardigde belangen zijn, zoals:

De Hoge Raad oordeelt in lijn met het advies van de advocaat-generaal.

Een werkgever behoort volgens de Hoge Raad op basis van de eis van goed werkgeverschap het dienstverband van een langdurige arbeidsongeschikte werknemer niet slapend te houden als hij verzoekt om beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst met uitbetaling van de vergoeding die gelijk is aan de transitievergoeding. Daarvoor zou een werkgever volgens de Hoge Raad geen redelijk belang meer hebben vanwege de ‘Wet compensatie transitievergoeding’. Zie ons eerder artikel “Hoe zit het nu met slapende dienstverbanden na twee jaar ziekte?”

Gevolg van deze uitspraak zal kunnen zijn dat werknemers opnieuw een verzoek indienen bij de werkgever om het dienstverband te beëindigen. De wijze waarop de beëindiging plaatsvindt – dat kan dus met wederzijds goedvinden via een vaststellingsovereenkomst – maakt hierbij niet uit. Aangezien werkgevers een dergelijk verzoek niet zonder meer naast zich neer kunnen leggen, zal de uitspraak van de Hoge Raad tot een flinke kostenpost voor werkgevers kunnen leiden. Te hopen valt dat een voorgefinancierde transitievergoeding per 1 april 2020 volledig door het UWV wordt gecompenseerd.

Wat leren we van deze uitspraak?

  1. Als de werknemer om beëindiging van de arbeidsovereenkomst verzoekt inclusief uitbetaling van de transitievergoeding heeft de werkgever daar in beginsel positief op te reageren. Het is dus echter niet zo dat de werkgever hier actief zelf mee moet komen.
  2. De vergoeding hoeft niet meer te bedragen dan de wettelijke transitievergoeding die werknemer op het moment van ontslag na twee jaar ziekte zou krijgen.
  3. Mogelijk kan een beroep worden gedaan op één van de hiervoor genoemde uitzonderingsgronden.

De advocaten van Lammers|Thijssen Advocaten Arbeidsrecht helpen u graag bij het opstellen van een vaststellingsovereenkomst ‘beëindiging van de arbeidsovereenkomst op grond van langdurige arbeidsongeschiktheid’ teneinde de transitievergoeding per 1 april 2020 zoveel mogelijk gecompenseerd te krijgen.