De Deliveroo-gezichtspunten toegepast
De rechtbank Gelderland heeft op 27 mei 2025 geoordeeld over de vraag of een golfpro werkzaam was op basis van een arbeidsovereenkomst of op basis van een overeenkomst van opdracht aan de hand van de Deliveroo criteria.
Volgens de rechter was sprake van een overeenkomst van opdracht, omdat partijen zich bij de inrichting van de overeenkomst en de wijze waarop zij hieraan uitvoering hebben gegeven, meer hebben gedragen als opdrachtgever en opdrachtnemer dan als werknemer en werkgever.
De rechter vond de volgende omstandigheden bij de beoordeling relevant:
- Opdrachtnemer had volledige vrijheid in de uitvoering en planning van zijn lessen, zonder instructies of functioneringsgesprekken. Hij regelde zelf zijn werktijden en verlof.
- Het werk van opdrachtnemer was ingebed in de organisatie. Hij droeg ook kleding van de opdrachtgever met het logo van de opdrachtgever en gebruikte gezamenlijke middelen die van de opdrachtgever waren. Echter, er was volgens de rechter onvoldoende sprake van ondergeschiktheid c.q. hiërarchie.
- Opdrachtnemer had geen verplichting het werk persoonlijk uit te voeren.
- De contractuele afspraken zijn tot stand gekomen via onderhandelingen.
- De beloning werd per les afgesproken, opdrachtnemer factureerde zelf en droeg eigen lasten, hetgeen op zelfstandigheid duidt. Ook was hij ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en presenteerde hij zich op LinkedIn als ondernemer.
- De hoogte van de beloning is niet onverenigbaar met zelfstandig ondernemerschap.
- Opdrachtnemer liep commercieel risico.
In deze uitspraak wordt bevestigd dat de beoordeling of sprake is van een arbeidsovereenkomst of een overeenkomst van opdracht altijd moet plaatsvinden aan de hand van alle omstandigheden van het geval, in onderling verband bezien. Dit betekent dat factoren zoals vrijheid in planning, inbedding in de organisatie, de mogelijkheid tot vervanging, contractuele onderhandelingen, de wijze van beloning en het dragen van commercieel risico altijd samen moeten worden gewogen. Ook als iemand bijvoorbeeld kleding van de opdrachtgever draagt of gebruikmaakt van gezamenlijke middelen, hoeft dat niet te betekenen dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst. De mate van ondergeschiktheid en zelfstandigheid blijft cruciaal.