Lammers | Thijssen Advocaten Arbeidsrecht

Laatste stand van zaken Wet DBA

In het Deliveroo arrest heeft de Hoge Raad negen (9) gezichtspunten gegeven die van belang kunnen zijn bij de beantwoording van de vraag of een overeenkomst moet worden aangemerkt als arbeidsovereenkomst of als overeenkomst van opdracht. Een van die gezichtspunten is het ‘ondernemerschap’, ofwel: gedraagt de werkende zich in het economisch verkeer als ondernemer? Denk hierbij aan het plegen van acquisitie, het doen van investeringen, het hebben van meerdere opdrachtgevers, het hebben van een beroeps-en/of bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering etc.

Hoge Raad 21 februari 2025

Aan de Hoge Raad is gevraagd of ‘ondernemerschap’ van de werkende doorslaggevend is bij het bepalen of al dan niet sprake is van een arbeidsovereenkomst? Ofwel: is er een rangorde binnen de negen (9) gezichtspunten?

Op 21 februari 2025 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het ondernemerscriteria net zo belangrijk is als andere omstandigheden in de beoordeling of de werkende als zelfstandig of als verkapte werknemer werkzaam is. Er is dus geen rangorde, alle gezichtspunten wegen even zwaar. Dit betekent dat het mogelijk is dat twee werkenden zij-aan-zij hetzelfde werk doen, de één als zzp’er en de ander als werknemer.

Rechtbank Rotterdam 11 maart 2025

Op 11 maart 2025 heeft de Rechtbank in Rotterdam de negen (9) gezichtspunten in een concrete situatie getoetst. Het ging om een bedrijfsleider, werkzaam voor een pannenkoekenrestaurant op basis van een overeenkomst van opdracht. Op het moment waarop het restaurant een beroep doet op de opzegging van de overeenkomst van opdracht, was de bedrijfsleider van mening werkzaam te zijn geweest op basis van een arbeidsovereenkomst. De rechter toetste als volgt.

    De rechter concludeerde dat sprake was van een overeenkomst van opdracht. Een in onze visie juiste uitspraak.

    Kantonrechter Haarlem 20 maart 2025

    De kantonrechter oordeelde recent dat de afwijzing door de werker van een aanbod om een arbeidsovereenkomst aan te gaan, niet aan de kwalificatie als arbeidsovereenkomst in de weg staat. Relevant hierbij was wel dat de feitelijke uitvoering volgens de rechter gaandeweg is gewijzigd. De werker heeft gedurende bijna twee jaar fulltime werkzaamheden verricht die raken aan de kernactiviteiten van de onderneming, heeft deze persoonlijk uitgevoerd zonder commercieel risico. Hij nam deel aan bedrijfsactiviteiten, teamvergaderingen, droeg bedrijfskleding etc. De werkzaamheden kregen in de loop der tijd een structureel karakter en hiermee wijzigde ook de instructiebehoefte vanuit de opdrachtgever. Dit maakte alles bij elkaar dat volgens de rechter sprake was van een arbeidsovereenkomst.

    Status wetgeving

    Volgens de wet Vbar moet eerst worden gekeken naar gezag en inbedding en daarna pas naar het (extern) ondernemerschap. Een rangorde dus. Door de uitspraak van de Hoge Raad heeft het ministerie van SZW het wetsvoorstel moeten aanpassen waarbij sprake is van een holistische toets en alle criteria even zwaar meetellen. Zoals nu ook het geval is onder de wet DBA.

    Vier politieke partijen (VVD, D66, CDA en SGP) hebben inmiddels een initiatiefwetsvoorstel gepresenteerd dat duidelijkheid moet bieden over wanneer iemand als zzp’er mag werken voor een opdrachtgever. Dit voorstel dient als alternatief voor de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (WVBAR). We zijn benieuwd wat het uiteindelijk gaat worden.

    Praktische tips

    Advies nodig? Neem gerust contact op met de advocaten van Lammers|Thijssen Advocaten Arbeidsrecht via info@lammersthijssen.nl of bel naar 0164-743103.