Beroep op de proeftijd voor aanvang werkzaamheden?

Op 30 maart 2022 is werknemer een arbeidsovereenkomst aangegaan voor bepaalde tijd met de werkgever voor de duur van 1 jaar. De arbeidsovereenkomst zou ingaan op 1 mei 2022. In de tussentijd is werknemer gediagnosticeerd met een agressieve vorm van longkanker. De nieuwe werkgever heeft, toen zij deze informatie ter oren kreeg, gebruik gemaakt van de proeftijd en de arbeidsovereenkomst opgezegd voordat de werkzaamheden feitelijk waren aangevangen. De opzeggingsbrief was volgens de werkgever gebaseerd op een reorganisatie en de daaraan gekoppelde personeelsstop. Dit bleek niet uit de brief. Telefonisch had de nieuwe werkgever echter laten weten dat de ziekte van werknemer de reden was voor het ontslag.

De werknemer start een procedure en vraagt de nieuwe werkgever een billijke vergoeding te betalen ter grootte van het loon over de gehele looptijd van de arbeidsovereenkomst. De werknemer stelde zich op het standpunt dat de werkgever de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd vanwege zijn handicap of chronische ziekte.

De kantonrechter van de rechtbank Limburg heeft op 25 oktober 2022 geoordeeld dat de werkgever haar stellingen met betrekking tot haar dramatisch slechte financiële positie en aan haar gelieerde bedrijfstakken op geen enkele wijze heeft onderbouwd. De rechter concludeerde hieruit dat het aan werknemer gegeven ontslag onlosmakelijk verbonden was met de ziekte van de werknemer. De werkgever heeft zich hiermee schuldig gemaakt aan een onrechtmatige en discriminatoire opzegging. De werkgever moest een billijke vergoeding betalen ter grootte van het loon over de duur van de tijdelijke arbeidsovereenkomst.

De werkgever had de werknemer in deze zaak beter enkele dagen kunnen laten werken om vervolgens aan te sluiten bij de kwaliteiten van de werknemer. Ook een mismatch tussen de werknemer en de organisatie kan reden zijn voor een proeftijdontslag, zolang een (chronische) ziekte maar niet de daadwerkelijke reden is voor de opzegging van de arbeidsovereenkomst.