Laatste stand van zaken omtrent de WW-premie
Voor werknemers met een arbeidscontract voor onbepaalde tijd betalen werkgevers – tenzij sprake is van een oproepovereenkomst – de lage WW-premie. De arbeidsovereenkomst moet dan wel schriftelijk zijn vastgelegd en zijn ondertekend door zowel werkgever als werknemer. Bij arbeidscontracten die uiterlijk 31 december 2019 zijn ingegaan, kan het zijn dat deze alsnog schriftelijk moeten worden vastgelegd omdat dat nog niet is gebeurd. Een zogeheten “omzettingsbrief” waarin bevestigd wordt dat een bepaalde tijd contract wordt omgezet in een onbepaalde tijd contract, is onvoldoende om in aanmerking te komen voor de lage WW-premie.
In verband met de maatregelen vanwege de huidige corona crisis krijgen werkgevers nu langer de tijd om te controleren of bestaande arbeidscontracten voor onbepaalde tijd schriftelijk zijn vastgelegd. De coulanceperiode voor het schriftelijk vastleggen van arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd is dan ook met drie maanden verlengd en tot 1 juli 2020.
In dezelfde brief waarin de aanpassingen van de noodmaatregelen zijn aangekondigd, is ook opgenomen dat er een generiek uitstel tot 1 januari 2021 komt wat de 30%-overwerkregeling betreft in het kader van de premiedifferentiatie-WW. Aanleiding vormde de vele zorgverleners en andere werkgevers (supermarkten) die personeel meer uren laten draaien vanwege Covid-19 en daarmee het risico lopen in het hoge WW-tarief te belanden.