Werkgevers opgelet: fiscale RVU boete over ontslagvergoeding bij ontslag 55- plussers?
De Rechtbank Noord-Holland heeft op 18 november 2016 de vraag voorgelegd gekregen of een vrijwillige vertrekregeling is aan te merken als een Regeling Vervroegde Uittreding (RVU).
De overheid wil dat werknemers zoveel mogelijk tot de AOW-gerechtigde leeftijd blijven werken. Voorkomen dient te worden dat 55- plussers vanwege hun leeftijd ontslag krijgen teneinde met een ontslagvergoeding en een WW-uitkering tot aan de AOW-gerechtigde leeftijd te kunnen overbruggen. Om misbruik te voorkomen door werkgevers die 55- plussers ontslaan met een ontslagvergoeding terwijl er geen ontslagdossier aan ten grondslag ligt, kan de Belastingdienst werkgevers achteraf bestraffen met een boete van 52% over de ontslagvergoeding.
In de uitspraak waarover de rechtbank Noord- Holland heeft geoordeeld, ging het om het navolgende. Een luchtvaartmaatschappij heeft 265 piloten in dienst. Als gevolg van inkrimping van activiteiten en economische omstandigheden zijn de piloten voor 26,6 fte boventallig verklaard. Om de boventalligheid af te bouwen heeft de maatschappij onder meer een vrijwillige vertrekregeling in het leven geroepen. Deze regeling geeft bij vrijwillig vertrek recht op een ontslagvergoeding op basis van de kantonrechtersformule. De ontslagvergoeding is gemaximeerd op het salaris dat de piloot nog zou ontvangen als hij tot aan de pensioendatum op grond van het voor hem geldende pensioenreglement in dienst zou blijven.
Beoordeeld moet worden of de vrijwillige vertrekregeling als een RVU dient te worden aangemerkt. Volgens de rechter is dat niet het geval omdat de regeling deel uitmaakt van een samenhangend pakket aan maatregelen om de boventalligheid af te bouwen. Daarnaast konden de piloten op vrijwillige basis van de regeling gebruik maken en de regeling stond open voor alle piloten.
De rechtbank merkte tot slot nog op dat de maatschappij alle verzoeken heeft gehonoreerd en dat de verzoeken betrekking hadden op piloten uit alle leeftijdscategorieën. De wijze van berekening van de financiële vergoeding, waarbij de vergoeding gunstiger is naarmate er meer dienstjaren zijn, brengt op zichzelf niet met zich dat de regeling is bedoeld om te dienen ter overbrugging of aanvulling van het inkomen van de werknemer tot de pensioendatum. Hierbij neemt de rechtbank in aanmerking dat een berekening gebaseerd op de zogenoemde kantonrechtersformule niet ongebruikelijk is. Objectief beoordeeld heeft deze berekeningswijze niet ten doel een RVU in het leven te roepen.
In deze uitspraak liep het dus goed voor de werkgever af.Echter, in de praktijk zien wij ook met regelmaat dat een (individuele) vertrekregeling van een 55-plusser als RVU wordt aangemerkt waardoor de werkgever niet alleen de overeengekomen ontslagvergoeding aan de werknemer dient te betalen, maar ook een boete van de Belastingdienst krijgt opgelegd van 52% van de ontslagvergoeding. Wees er dus op bedacht dat de ontslagreden op de juiste wijze in de beëindigingsovereenkomst is omschreven en dat er bewijsstukken zijn dat de ontslagreden niet is gelegen in de leeftijd van de werknemer, maar bijvoorbeeld in disfunctioneren. De advocaten van Lammers|Thijssen Advocaten Arbeidsrecht zijn altijd bereid het risico op een RVU-boete te beoordelen en indien nodig zoveel mogelijk te tackelen.