Aan aanzegplicht is voldaan als werknemer wegens vakantie (te) laat kennis kan nemen van het niet verlengen van zijn arbeidsovereenkomst

Tijdens de vakantie van werknemer laat werkgever – overeenkomstig de wettelijke aanzegplicht – één maand voor de einddatum van het contract een brief bezorgen, waarin is bevestigd dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet verder zal worden verlengd en derhalve van rechtswege zal eindigen.

De werknemer stelt zich op het standpunt dat de werkgever een aanzegboete verschuldigd is, nu hij niet tijdig – namelijk pas na zijn vakantie en niet minimaal één maand voor het einde van de arbeidsovereenkomst – kennis heeft kunnen nemen van de inhoud van de brief. De werkgever was bekend met de afwezigheid van werknemer wegens vakantie.

De kantonrechter Rotterdam overweegt op 23 december 2015 dat op grond van artikel 3:37 lid 3 Burgerlijk Wetboek geldt dat een tot een bepaalde persoon gerichte verklaring, om haar werking te hebben, die persoon moet hebben bereikt, tenzij het niet- bereiken het gevolg is van omstandigheden die de persoon van de geadresseerde betreffen en die rechtvaardigen dat de geadresseerde het nadeel draagt.

Het feit dat werknemer zijn post tijdens zijn vakantie niet heeft laten waarnemen vormt volgens de rechter een omstandigheid die voor rekening en risico van de werknemer komt. Dit geldt temeer nu de werknemer de werkgever niet had verzocht om hem in de verlofperiode op andere wijze of op een ander postadres te berichten, terwijl hij nog geen uitsluitsel had over het al dan niet verlengen van de arbeidsovereenkomst.