Lammers | Thijssen Advocaten Arbeidsrecht

Zieke werknemer na herstel niet meer laten hervatten in de eigen werkzaamheden?

Een werkgever – in de kwestie waarover de kantonrechter Leiden op 24 juli 2017 heeft geoordeeld betrof het een bedrijf dat zich richt op de verkoop van sushiproducten aan de zakelijke markt – wil een zieke salesmanager na herstel niet meer laten hervatten in de eigen werkzaamheden nu deze veranderd zouden zijn gedurende de periode van arbeidsongeschiktheid. Kan dit zomaar?
De werkgever heeft in de procedure bevestigd dat werkneemster niet op haar oorspronkelijke takenpakket is ingezet. Zij is allereerst van mening dat ook de werkzaamheden die werkneemster momenteel uitvoert kunnen worden aangemerkt als haar gebruikelijke werkzaamheden, nu deze niet heel vastomlijnd waren omschreven. De werkgever heeft zich onder meer beroepen op het instructierecht dat haar als werkgever toekomt (art. 7:660 BW).

Naar het oordeel van de kantonrechter gaat deze instructiebevoegdheid niet zo ver, dat een werkgever met een beroep hierop de inhoud van de overeengekomen arbeid eenzijdig kan aanpassen, nu het hier om een van de essentialia van de arbeidsovereenkomst gaat.
Nu wel vaststaat dat de werkzaamheden waarop werkneemster vanaf 3 juli 2017 werd ingezet zijn gewijzigd, zal de beoordeling plaatsvinden tegen de achtergrond van de drie criteria uit het Stoof/Mammoet-arrest. Deze criteria spelen een rol indien sprake is van een eenzijdige wijziging van arbeidsvoorwaarden en er geen schriftelijk wijzigingsbeding tussen partijen is overeengekomen.
De kantonrechter beantwoordt reeds de eerste vraag – Is er sprake van gewijzigde omstandigheden die nopen tot wijziging van de overeenkomst? – ontkennend en komt daardoor strikt genomen niet aan de volgende vragen toe.

Ten overvloede wordt overwogen dat ook al zou de eerste vraag bevestigend moeten worden beantwoord, ook de volgende vragen – inhoudende of er een redelijk voorstel is gedaan aan de werknemer en of een zorgvuldige procedure is bewandeld – door de kantonrechter ontkennend zouden zijn beantwoord. Daartoe wordt het volgende overwogen.

De kantonrechter stelt voorop dat werkneemster als re-integrerende werkneemster moet worden aangemerkt die door het UWV als volledig geschikt voor het eigen werk wordt aangemerkt. De kantonrechter acht het alleszins begrijpelijk dat de werkgever vanwege de langdurige en frequente afwezigheid wegens ziekte tot het aanstellen van een vervanger is overgegaan. Tussen partijen staat immers wel vast dat de goede invulling van de functie van salesmanager cruciaal is voor de continuïteit van het bedrijf. Inmiddels lijkt het tij voor wat betreft de gezondheid van werkneemster ten goede gekeerd en heeft zij enkele maanden geleden aangeboden het werk te hervatten.

Naar het oordeel van de kantonrechter kan werkneemster jegens werkgever aanspraak maken op werk dat qua verantwoordelijkheid en uitstraling, intern en extern, te vergelijken is met het werk dat zij voor de uitval van ziekte deed. Dat is niet het werk waarop werkneemster was ingezet na haar herstel. De kantonrechter gelast de werkgever dan ook om werkneemster toe te laten tot het verrichten van haar eigen werkzaamheden als salesmanager.